Ploegleider Di Luci

Met blosjes op mijn wangen volg ik al zolang ik me kan herinneren de Tour de France. In die prachtige rittenkoers was Peter Winnen vroeger mijn absolute favoriet, met als goede tweede Laurent Fignon. De laatste omdat hij een shirt met Renault erop had. En aangezien wij thuis zo’n Renault hadden, waren ik en mijn ouders feitelijk sponsor van “le Professeur”.
In latere tours volgden Lemond, Rooks, Gert Jan Teunisse en Jan Ullrich. Zoals iedere liefhebber heb je je favorieten, je kanshebbers en je vedettes. Sinds drie jaar ben ik zelf ploegleider in de Tour, dankzij AD Rondemaster. Iedere avond voor het slapen-gaan maak ik snel een ploegje voor de volgende etappe. Teleurgesteld kijken de namen van niet-geselecteerde renners mij aan vanaf mijn beeldscherm. Maar helaas, in mijn ploeg is slechts plaats voor negen goed-beredeneerde renners. De dag erna moet Team DiLuci het waarmaken in het franse land. Met een siddering neem ik kennis van een ontsnapping met niemand van mijn ploeg erin. (Hoe kunnen ze de slag gemist hebben?!) Of teleurgesteld bemerk ik dat de andere ploegen aansturen op een mas sasprint, terwijl mijn team opdracht had gekregen om een vroege ontsnapping te forceren. (Heeft Flecha soms zitten slapen?!) Zonder dat mijn uitverkoren renners er erg in hebben zit ik in spanning naar de etappe te kijken. In puur theoretische ploegverbanden rijden voor mij iedere dag negen coureurs honderden kilometers door Frankrijk. Zou een van hen zich ooit realiseren dat ik wacht op die ene versnelling? Op die allesbeslissende demarrage? Ik vrees van niet. Misschien moet ik Thomas Dekker vanavond toch een mail sturen….