In het Volkskrant Magazine van komende week worden alle redactiekolommen gevuld door lezers die hun favo rubriek persifleren. Een ‘ludiek’ initiatief van de redactie. Als liefhebber van de Columns van Sylvia Witteman dus maar een gooi gedaan; met dank aan D. en A. die mij van de nodige feedback en inspiratie voorzagen.
Lucky
De zon schijnt en voor mijn kleine oude huisje glimmen de klinkertjes dat het een lust heeft. Ik sta hier voor de deur op zaterdagmorgen op mijn pantoffels. Zo in de zon valt op dat mijn favoriete pyjamabroek een beetje vaal begint te worden. Jammer dat ik de krant zonet niet heb meegenomen maar ik had nogal haast. Huisgenoot D. staat op dit ogenblik in zijn onderbroek op een muis te jagen. En omdat ik niet zo gesteld ben op deze noeste knagertjes heb ik op een drafje het pand verlaten. En nu durf ik niet meer naar binnen. De deur is overigens ook in het slot gevallen.
De vrouwen in de nagelstudio tegenover ons zijn na de initiële opwinding over mijn rommelige verschijning maar weer aan het werk gegaan. Vertwijfeld vraag ik me af waarom ik nog nooit op het idee ben gekomen om mijn nagels te laten manicuren. De iets rafelige randjes aan de uiteindes van mijn vingers lijken in niets op de mooie nagels die op een foto op het raam hangt. Ik huiver. Om de hoek komt een traag groepje wielrenners voorbij en door het raam zie ik Huisgenoot D. de plint onder de keuken uitbreken. Een sigaret zou lekker zijn nu, net als een zonnebril met dat felle licht. Beiden liggen in de auto, maar die heb ik gisteren laten staan bij dat énige restaurantje in Leiden waar ik per se alle verschillende Leidsche destillaten moest proberen van die vriendelijke ober die op Ernst Hirsch Ballin leek. Wat zou mijn moeder wel niet zeggen als ze me hier zou zien staan?
Vanuit onze woning hoor ik een diep zoemend geluid. Ik moet er uit zien als een ontsnapte TBS-er in zijn pyjamabroek zo, loerend door het raam van mijn monumentale huisje in Voorburg. Mijn geliefde heeft inmiddels de stofzuiger ter hand genomen en jaagt nu met de slang hiervan op het ongedierte. Voorlopig heeft hij al een vertederend klein Mickey Mouse sokje te pakken dat de stofzuiger blokkeert. Zijn hartgrondige vloek moet tot in de nagelstudio te horen zijn want de dames kijken weer allemaal mijn kant op.
De postbode! Mijn hart slaat over. Omdat ik als grootbesteller op het Wereld Wijde Web nogal eens een pakketje ontvang, denk ik een warme band met onze postbode te hebben ongebouwd. Ik werp een zwoele blik in zijn richting en bedenk net op tijd dat mijn pyjamabroek wat openstaat.
Met het knagend smaldeel der natie heb ik een slechte band sinds een studieverblijf van 5 maanden in Noorwegen. Op een stuntelig zolderkamertje boven de enige tattoo-zaak in het dorp beleefde ik tussen de alcoholroezen door een paar mooie nachten met een daar opgeduikelde Noorse casanova. Tijdens een van deze nachten was mijn Noor even op zoek naar iets te drinken, wat op zich niet verwonderlijk is want Noren zijn altijd op zoek naar iets te drinken. Tijdens zijn zoektocht alarmeerde hij kennelijk een verstekeling die onder de was een doos aardappelkoekjes gevonden had. Vanuit de wasberg rende de rat zo mijn bed in. De volgende dag ben ik met wasberg en al verhuisd. De casanova bleef nog een tijdje bellen maar gaf de hoop na zoveel slecht karma op.
Gelukkig, Gerald, of Gerard, de postbode wist zelfs mijn merk nog. Met een gebietste Lucky ziet het vaal zonnige Voorburg er nog sprookjesachtiger uit. In de deuropening staat huisgenoot D., die het duidelijk ook niet meer weet, in zijn onderbroek. Om de hoek klinkt een bekend gebrul dat het midden houdt tussen een losgeslagen groep PVV-ers en een Gooisch Kinderkoor. Waarom ben ik vergeten dat mijn moeder vanmorgen de kinderen al weer terug kwam brengen van Hockeytournooi? ‘Goedemorgen Mam’, mompel ik terwijl ik snel de Lucky uitmaak onder mijn sloffen. Ze kijkt me teleurgesteld aan. De kinderen denderen achter mijn rug het huis binnen…