“wie niet links is geweest is niet jong geweest, wie niet rechts is geworden is niet opgegroeid”
Onlangs was ik met mijn ouders in gesprek over de arbeidsethos in Nederland. In dit gesprek was mijn stellingname tamelijk rechts. In een aan-de-bar-gesprek met onze directeur afgelopen vrijdag merkte ik dat ik toch sympathie voel voor de ondernemers-kant van de medaille. 6 jaar in de arbeidsbemiddeling begint schijnbaar zijn tol te eisen. Als rechtgeaarde salon-socialist iets om je zorgen over te maken natuurlijk. De komende weken ga ik proberen op een rijtje te zetten hoe links ik nog ben en op welke fronten ik aan het schuiven ben. Dit is voor mezelf, ik wil niet op een dag wakker worden met een poster van Pim boven mijn bed, dus beter dat ik wat aan zelfreflectie ga doen.
De feiten even op een rijtje:
PRO:
– Nog immer slapend lid van de PvdA
– Belasting betalen vind ik superbelangrijk
– Een primaire taak van de overheid is het vormen van een vangnet voor de zwakkeren
– Ik vind Rita Verdonk een enge gevangenisdirecteur
CONTRA:
– Nederlanders zijn zeurderige werknemers; vooral bezig met hun rechten op pauzes, deeltijdwerk, goede werkplekken en rookruimtes.
– De relatie tussen accijnsverhogingen en oplossingen van de deelproblemen is voor mij onzichtbaar
– Ondernemers-schap is de basis van de economie
Zo een beginnetje is gemaakt.